Soms zie ik hem… in wat was en wat had kunnen zijn. Als ik opkijk en in de verte staar door het raam. Ineens fietst hij dan langs. Ik herken hem meteen, in het silhouet van een ander. Nog sneller dan mijn gedachten kunnen gaan, zetten mijn benen zich in beweging. Raam open. Voeten in het raamkozijn. Spring! Geen zorgen, het is de begane grond.

Rennen, rennen, rennen. Over het fietspad achter dat silhouet aan. Wacht op mij! Waar ga je heen? Sporten? Boodschappen doen? Eet je vanavond mee? Ik maak gnocchi voor je, ok? Dat vind je toch lekker? Oh, wacht. Dat is jouw fiets niet. Die staat nu bij mij in de schuur. En dat silhouet. Tja, je bent het net niet, hè.

Ik richt mijn aandacht maar weer op mijn beeldscherm. Dat was een halve marathon in een fractie van een seconde. Al die nanosecondes waarin ik hem meen te zien en achter hem aan wil rennen. Ze raken met name aan mijn laatste herinneringen aan hem. Herinneringen aan zijn rug. Als ik hem nakijk terwijl hij in weer een andere gang verdwijnt.

Onbewust verdween hij al zo lang. Zijn blik gericht op iets wat ik niet kon zien. En ondertussen slikte ik al mijn tranen in, doodsbang dat hij zich om zou draaien en mij zou zien huilen. Want wat zou hij daarmee geholpen zijn? Ik liet mijn tranen stromen in verlaten ziekenhuisgangen, op de anonieme snelweg of op de bank in de stilte van de vroege ochtend.

Uiteindelijk maakte hij zijn definitieve en laatste keuze op een warme juni-avond.

Een half jaar later begon ik te huilen in mijn dromen. Het kon niet anders dan dat hij mij ditmaal wel zag huilen. Met onzichtbare vingers ving hij mijn tranen op en fluisterde stille woorden van troost: ‘Huil maar zus. Ik ben ver weg, maar ik ben hier.’

En zo gaat de nacht steeds weer over in een nieuwe dag waarin ik me hem kan blijven herinneren in de silhouetten van anderen. En probeer te wennen aan een leven… waarin ik geen gnocchi meer lust.


Liselore Rugebregt
Copyright © 2025

LEESTIP
Rouw(en) kent geen vaste vorm, route of tijdspad. Als er al iets zinnigs over gezegd kan worden, dan is het misschien wel dat rouwen een ‘leerproces’ is. Het is – zoals bovenstaand verhaal ook illustreert – leren leven met het besef dat iemand er niet meer is. Zowel op sociaal, spiritueel, fysiek, emotioneel en cognitief niveau. Een interessant boek over hoe bij rouw ons brein moet accepteren dat iemand er niet meer is én een toekomt voor moet stellen zonder de ander, is het boek: Het rouwende brein. Verrassende ontdekkingen over leren, liefde en verlies van neurowetenschapper en psycholoog Mary-Frances O’Connor. 



Beluister het verhaal:



Heeft dit verhaal je geraakt en wil je het graag (gedeeltelijk) overnemen of gebruiken? Neem dan eerst even contact op voor toestemming.


Uitgelichte afbeelding: Alfian Light via Pexels.com


Tags: suïcide | zelfdoding | zelfmoord | nabestaanden | rouw | verdriet | verlies

Categorieën: Rouw en suïcide